Crumble doet me al denken aan herfstige namiddagen, waarbij je je vieruurtje nodig hebt om warm te worden, maar op een regenachtige zomerdag is het gelukkig ook gepermitteerd. Zeker als het een rabarbercrumble is, want rabarber is een zomerfruit (of groente?) en de plant is niet zo lang meer oogstbaar.
Gelukkig kan je de oogst makkelijk invriezen en de rest van het jaar de rabarbercrumble-kaart trekken. Ik heb er deze keer ook rode besjes in gedaan voor een extra zomerse toets. Bosbessen, frambozen of braambessen zijn hier waarschijnlijk ook lekker in.
Het recept
er in:
100 gr bloem
100 gr havervlokken
100 gr boter
50 gr suiker
Soms werk ik ook gewoon met kopjes zodat ik de weegschaal niet moet bovenhalen. Dan wordt dat 1 kopje bloem, 1 kopje havervlokken, 1 kopje boter en een half kopje suiker. Crumble is gelukkig geen strikt dessert. Zo lang je de juiste korreltextuur hebt, komt alles goed.
2 stengels rabarber
handvol besjes
1 el bruine suiker
er mee:
Meng de eerste vier ingredienten met je handen tot je een brokkelig deeg krijgt. Meng niet te lang, anders smelt de boter en heb je niet de korrelige structuur die je wil in een crumble. Snijd de rabarber in kleine stukjes van ongeveer 1 cm en meng met de besjes en de bruine suiker. Laat even staan terwijl de oven opwarmt tot 175° C.
Zoek je mooie ovenvaste potjes of een ovenvaste schaal. Leg eerst een bodem fruit en bedek deze met een laag crumbledeeg. Werkt eventueel af met een klontje boter op het deeg als je graag een mooi goudbruin korstje wil.
Plaats in de oven tot je het fruit naar boven ziet borrelen (20 à 25 minuten). Heeft de crumble nog niet genoeg kleur, leg dan nog even de grill aan. Ga niet te ver, want dat is de beste manier om je crumble in 3 minuten te verpesten. Haal je crumble uit de oven en laat nog een kwartiertje afkoelen. Eet idealiter met een bolletje vanilleijs en geniet!
Tip: heb je wat deeg over, vries het dan gewoon in. Het deeg blijft los en korrelig dus als je een snel dessert nodig hebt, kan je gewoon uit je vriezer halen wat je nodig hebt en de rest bewaren voor een volgende keer.