Door het herfstweer en mijn regenjas verlang ik heel erg terug naar Engeland. Deze zomer waren we een week in the Lake District en het is echt de mooiste plaats waar ik al geweest ben. Naast wandelen en onze ogen uit kijken, hebben we in Engeland natuurlijk ook gegeten. En om mijn heimwee wat te voeden, ging ik zondag aan de bak met een voorraadje cheesy scones als beloning.
Scones heb je zowel zoet als hartig. Bij de zoete variant doe ik graag vers fruit en het liefst bosbesjes of frambozen. In een hartige scones zit een zoute kaas en verse kruiden. Ik ging voor wat bieslook, thijm en rozemarijn die ik nog vond op mijn terras. De kaas was ⅔ parmezaan en ⅓ gruyère. Je kan de scones als hapje eten, als snack of bij de soep. Ik baseerde mij op dit recept, maar heb wat gegoocheld met hoeveelheden en kruiden.
Ingrediënten (voor een 14-tal scones):
170 gram bloem
2 tl bakpoeder
snuifje zout
een goeie snuif cayennepeper
40 gram boter
60 gram parmezaanse kaas, geraspt
25 gram gruyère, geraspt
3 el gehakte kruiden (thijm, bieslook, rozemarijn)
1 ei
5 el melk
Zeef de bloem en het bakpoeder en meng met zout en cayennepeper. Doe de boter in kubusjes en meng met de bloem. Voeg de kaas en kruiden toe, maar hou ongeveer een eetlepel van de kaas over om over de scones te strooien. Kluts het ei met de melk en voeg toe aan je kom tot je een deeg bekomt. Bewaar de rest van het eimengsel om over de scones te strijken.
Verwarm de oven voor op 220 graden en leg een siliconenmatje in je ovenschaal. Duw of rol je deeg plat tot het zo’n 2 cm dik is. Steek scones uit met ronde vormpjes (of gebruik een glas als je er geen hebt). Plaats op je bakplaat, bestrijk met een beetje melk en bestrooi met je restje kaas. Steek ze allemaal in de oven en kijk hoe ze groter worden en beginnen te kleuren. Als ze mooi goudbruin zijn (ongeveer een kwartiertje), haal je ze uit en laat je ze afkoelen op een rooster. Lauw zijn ze heel lekker met een beetje gezouten boter.
