A Tale of Two Cities – Charles Dickens

Ik denk altijd dat ik een vrij generieke smaak in boeken heb. Ik lees oude boeken, nieuwe boeken, dunne en dikke, serieuze en grappige. Pas als ik met mensen over boeken praat, besef ik dat mijn smaak toch wel heel erg die van mij is. Nu ik een boekenclub heb en we met een aantal meisjes dezelfde boeken lezen, besef ik dat sommige mensen gruwen van boeken die ik heerlijk vind. Vandaag op het menu: Charles Dickens.

Omdat ik al twee romans van Dickens op mijn graag gelezen-lijstje had staan, stelde ik voor om met onze Bende van het Boek samen A Tale of Two Cities te lezen. Ik had hem liggen en de achterflap zei dat het Dickens’ beste werk was. Ik ben er wel de mens naar om flapteksten te geloven. Iedereen was enthousiast en Dickens kwam op onze nachtkastjes terecht. Voor even toch.

De helft van de boekenclub worstelde zich er met wisselend plezier (hoop ik) door en de andere helft raakte niet verder dan een pagina of dertig. Ik voelde me even het slechtste boekenclublid ooit omdat ik mijn medelezers zoiets had aangedaan, maar na veel mentaal gewriemel heb ik beslist dat iedereen gewoon zijn eigen smaak heeft. En mijn smaak is Dickens. Om het helemaal uit ons systeem te krijgen, bespraken Sara en ik A Tale of Two Cities ook in onze podcast. Ik zet onderaan dit bericht een link!

IMG_0727.JPG

Maar de roman dus. Dickens vond het zelf zijn beste historische roman. Het verhaal speelt zich niet af in Dickens’ eigen tijd, maar net voor en tijdens de Franse Revolutie en zoals de titel zegt, speelt het zich in twee steden af: Londen en Parijs. We volgen drie Fransen die om verschillende redenen verkiezen in Engeland te wonen: vader en dochter Manette en Charles Darnay, een aristocraat die met de misère in zijn land niets meer te maken wil hebben.

In het begin van de roman vindt Lucy Manette haar vader terug, van wie ze dacht dat hij gestorven was voor ze geboren werd. 18 jaar lang was hij opgesloten in de Bastille, waar hij zijn verstand verloren lijkt te hebben. De ontmoeting met Lucy brengt hem bij zinnen en samen vertrekken ze om verder te leven in Londen, waar Lucy al die tijd gewoond heeft. We volgen hun leven voor de revolutie, de ontluikende liefde tussen Lucy Manette en Darnay en enkele juridische obstakels onderweg. Alles gaat zijn gangetje, met een occasionele terugval van vader Manette, tot Darnay een brief uit Parijs krijgt van een voormalige bediende. Hij is onterecht gevangen gezet door de revolutionairen en vraagt Darnay om te komen getuigen. Darnay vertrekt naar Parijs met het idee dat hij even gaat getuigen en snel weer thuis zal zijn, maar wordt daar ter verantwoording geroepen voor misdaden van zijn oom. Dum dum dum!

 

Dickens schrijft echte verhalen en dat vind ik vaak zo leuk aan 19e-eeuwse romans. Alles is plot-driven en het is écht spannend hoe het gaat aflopen. Dickens kan je ook heel erg prikkelen door kleine details te geven in het begin van de roman, die je gaandeweg oppikt en plots helemaal doorhebt. In deze roman speelt hij vooral met het beeld van de guillotine, die steeds terugkeert en een echt personage lijkt te worden, maar breiwerk speelt ook haar rol. Breiwerk!

Processed with VSCO with f2 preset

Nog een stokpaardje van Dickens – naast geniale beschrijvingen – is sociale rechtvaardigheid, of eigenlijk nog vaker onrechtvaardigheid. In het eerste deel van de roman gaat het vooral over de behandeling van het Franse volk door de aristocratie. In de tweede helft maken de revolutionairen het zelf heel erg bont. Zijn beschrijvingen van hun optochten en lynchpartijen zijn zo kleurrijk en afschrikwekkend. Alle individualiteit lijkt te verdwijnen en de revolutionairen zijn één grote golf die door Parijs danst, een beetje ten koste van onze hoofdpersonages helaas. Ik hou ervan hoe Dickens op een meelevende manier beide kanten van het verhaal aan bod kan brengen.

Mijn liefde voor Dickens is onaangetast door A Tale of Two Cities – misschien nog wat verder aangewakkerd – maar ik snap wel dat het verhaal voor sommige lezers wat traag op gang komt. Dickens zet alle stukken graag heel precies op het bord voor hij ermee begint te spelen, wat hem voor mij geniaal maakt, maar voor sommigen heel erg saai. Er is dus een lover- en een hater-kamp waardoor ik het moeilijk vind om één van zijn romans aan te raden. Laat zeker weten in welk kamp jij je thuis voelt!

 

 

 

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *