Juni betekent dat er heel wat te doen is in de moestuin: slakken bestrijden, okselscheuten verwijderen, onkruid beheersen, zonnecrème smeren, bloemen plukken, een glas rosé inschenken en ga zo maar verder. Het is ook het moment om de eerste vruchten van je noeste arbeid te plukken. In mijn geval is dat één aardbei, een handvol radijzen en zoveel rucola als ik op kan.
Nu ik naast mijn terras ook een grote tuin heb om voor te zorgen, leef ik pas echt het moestuinleven. De meisjesmoestuinemoji is zelfs het meest gebruikte symbool op mijn telefoon momenteel 👩🏼🌾. Tuinieren is de enige manier om mijn hoofd stil te krijgen en in dit seizoen is er gelukkig altijd iets te doen. Ik heb ontdekt dat in je eigen tuin zelfs onkruid wieden leuk is. Who knew?
Waarom rucola in jouw tuin hoort
Rucola dus. Je koopt het meestal in zakjes, die na je slaatje of pasta als een triest hoopje overblijven dat achterin de koelkast langzaam composteert. Voedselverspilling, onnodig plastiek, iedereen ongelukkig. Enige leuke aan die zakjes is die ‘driemaal in ijswater gewassen’-boodschap waardoor jij je slazwierder niet moet uithalen. Dat je sla altijd een beetje naar plastiek blijft smaken neem je erbij.
Maar van april tot pakweg oktober is daar dus een geniale oplossing voor: zelf rucola kweken. Het is de makkelijkste groente om in je tuin of op je terras te laten groeien en heeft nul onderhoud nodig. Je moet alleen op tijd en stond rucola eten.
Zo begin je eraan
Zoek een plekje in je tuin of op je terras om de rucola te zaaien. Heb je een serre of een serrebak, dan kan je daar echt al in maart aan beginnen. Het beste is een plekje dicht bij het huis. Dan kan je nog snel rucola gaan plukken terwijl de pasta al op staat of de uitjes al bakken. Om jezelf wat werk te besparen en niet iedere dag met de gieter op pad te gaan, kies je een stukje vochtige grond dat niet de hele dag in de zon staat. Algemene regel bij rucola: hoe vochtiger de grond, hoe minder bitter de smaak. Wil je echt die peperige mosterdsmaak, wees dan maar lui met die gieter.
Rucolazaad vind je in het tuincentrum, maar even goed bij de zaden in een grotere supermarkt of bij Dille & Kamille en Hema in de lente. Zorg dat de plaats waar je rucola wil zaaien netjes is. Al het onkruid eruit dus en eens goed omgewoeld. Haal een klein laagje aarde weg. Neem het aantal zaadjes dat je wil zaaien in je hand (zaaien uit het zakje is nooit een goed idee. Er komt altijd meer mee dan gepland). Rucola mag vrij dicht op elkaar staan, dus zaai maar uit de losse pols en reken ongeveer dertig zaadjes per halve vierkante meter. Strooi je dun laagje aarde weer over de zaadjes, geef een beetje water (niet te veel, anders spoelen je zaadjes weg) en wacht twee weken.
Rucola kiemt ongelooflijk snel, dus na enkele dagen zie je al kleine blaadjes dapper de kop op steken. Spreek ze bemoedigend toe en geef ze op tijd en stond water. Na enkele weken hebben de blaadjes die typische vorm en smaak van rucola. Niet bang zijn dat je de plant kapot maakt en gewoon beginnen oogsten. Zolang er nog een beetje tak en wortel aan de plant zit, groeit ze dapper door. En hoe meer je oogst, hoe sneller ze groeit. Zie je bloemetjes verschijnen aan plant, dan knip je die best weg. Anders wordt je rucola snel bitter. Je kan er altijd een paar laten staan natuurlijk, want de bijen komen graag eens langs.
Je kan dezelfde rucolaplanten de hele zomer laten staan. Snoei ze af en toe helemaal terug (rucolapesto is altijd een optie), dan blijven ze groeien en moet jij enkele maanden geen rucola in zakjes meer kopen. Smakelijk!
One thought on “GROEN: waarom rucola in jouw tuin hoort”