Tokyo: stilte en verwondering in een drukke stad

Toen we onze reis naar Japan planden, dacht ik dat Tokyo een necessary evil was. Het was de stad waar we landen en toch ook wel de hoofdstad van het land, maar ik was bang dat de drukte mijn vermoeid, gevoelig hoofd te veel zou zijn. Ik plande uiteindelijk drie dagen in de stad (van de 20 dagen dat we in Japan waren) en dat waren er zeker niet te veel. Ik krijg al wat heimwee terwijl ik mijn hoogtepunten met je deel: 

In transit

We kwamen aan in Tokyo om 10u op een zaterdagochtend, nadat we al een goede dag onderweg waren en niet geslapen hadden op onze vlucht. Mijn enige doel was eigenlijk de dag (en de stad) te overleven tot ik weer naar mijn bed mocht. Nadat we geland waren, moesten we door immigratie, onze simkaart ophalen en de voucher voor onze Japan Rail Pass inruilen voor de real deal. Daarna was het de Narita Express op, denken “zitten we niet per ongeluk in eerste klas?” en op zoek gaan naar ons hotel. (Spoiler: we zaten niet in eerste klas. Alle Japanse treinen zien er gewoon heel proper en chique uit)

Nippori & Ueno

Onze eerste twee nachten in Tokyo sliepen we in Sakura hotel in Nippori, een rustige maar heel charmante wijk van Tokyo. De mensen van het hotel zijn super vriendelijk (overal in Japan, trouwens) en we mogen al om 11u ‘s morgens onze bagage achterlaten. Het wordt onze eerste nacht op futons en dat valt goed mee. Gelukkig, want ik heb heel wat Japanese style bedrooms geboekt voor de reis. 

We eten snel iets in Nippori – al zijn onze maagjes een beetje overstuur van de reis – en besluiten vandaag vooral sfeer op te snuiven. Een snelle check leert dat alles ook open is op zondag. Kwestie de dag nadien niet voor gesloten deuren gaan staan. Van in Nippori wandelen we door Yanaka cemetery en het uitgestrekte Ueno park. Daar is een soort kinder-cheerleaderfestival aan de gang en zien we voor het eerst met eigen ogen hoe belachelijk schattig Japanse kinderen zijn. Het moment ook voor een dutje. Ik blijf wakker terwijl Jasper slaapt zodat niemand er vandoor gaat met onze rugzak, maar achteraf gezien was dat onnodig. In Japan wordt gewoon zelden iets gestolen. Ik heb me dan ook de hele reis nergens onveilig gevoeld.

We bezoeken nog een rommelmarkt in Ueno park en kijken naar de zwanenbootjes op het water. Daarna nemen we met onze JR-pass de trein naar de East Imperial Gardens. Om bij aankomst om 16u45 te ontdekken dat die al om 17u sluiten. We besluiten de trein verder te nemen naar Shibuya, het drukste kruispunt ooit te bezoeken en in de buurt iets te zoeken om te eten. 

Shibuya

Dat drukke kruispunt oversteken valt trouwens goed mee. Als je er al een filmpje van zag, ziet het er krioelen uit, maar eens je er zelf in zit en gewoon recht voor je kijkt en doorwandelt en doet alsof er niemand anders in de wereld en zeker niet op het kruispunt is en een beetje zacht tegen jezelf zingt en ondertussen het hand van je lief zoekt om vast te houden maar die loopt achter je om dat drukke kruispunt te filmen, maar uiteindelijk krijg je wel zijn hand weer, dan is het best oké. 

Eerste Japans avondmaaltijd was spannend, want nogal wat van onze vrienden waren niet enthousiast over het Japanse eten. We zijn gewoon ergens in de buurt van Shibuya binnen gestapt, waar ze tien minuten moesten zoeken naar hun Engelstalige kaart en die ene collega die Engels kon. Uiteindelijk kozen we enkele gerechtjes om te delen en het was heerlijk. Een goed teken voor de rest van de reis. 

Ik dacht dat we met een jetlag de volgende ochtend voor het krieken van de dag zouden wakker zijn en de hele dag kunnen sightseeën. Mis poes, we sliepen 12 uur en moesten dus meteen aan de slag. Met croissants van de winkel op de hoek en een cappucino van het schattigste koffietentje gingen we op pad, om in Nippori zelf meteen één van mijn beste souvenirs te kopen: een hoed! Ik heb een moeilijk hoedenhoofd en deze paste perfect en moest dus mee. Dat betekent ook dat ik die de rest van de reis moest ophouden, regen of wind.

East Imperial Gardens

We namen opnieuw de trein naar de East Imperial Gardens, waar we nu gelukkig wel nog binnen konden. De tuinen liggen bij het keizerlijk paleis – what’s in a name – en zijn gratis toegankelijk. Ze zijn heel uitgestrekt: er zijn vijvers, een iristuin, een rozentuin en je ziet ook waar vroeger de shogun woonde. Geen typische Japanse tuin zoals we er later op reis nog veel bezocht hebben, maar wel een heel rustige plek in het centrum van Tokio. Dat zie je ook aan alle wolkenkrabbers boven de boven. 

Stationary shoppen in Shibuya

Verder werd shoppen vooral het thema van de dag omdat ik heel graag wou craft en stationary shoppen. Dus dat gebeurde dan ook. We namen opnieuw de trein naar Shibuya en bezochten twee van de grote craftwinkels, Loft en Tokyu Hands, en CanDo, een 100 yen-store waar alles 80 eurocent kost, inclusief stationary natuurlijk. Mijn allerfavorietste winkel was Wrapple. Een klein stationarywinkeltje waar je boven ook een koffietje kan eten met een brownie en waar bokaaltjes washitape op tafel staan, zodat je kan craften tijdens je koffiebreak. Te cute en keihard één van mijn hypothetische carrièrepaden. 

Teamlab: Borderless

In al mijn papiervervoering was het al wat laat geworden en werd het tijd om een metro te nemen naar Tokyo Teleport. We hadden voor ons vertrek nog snel tickets gereserveerd om Teamlab: borderless te bezoeken. Ik had gelezen dat het overdag best druk kan zijn, dus hadden we ons voorgenomen om er om 19u zeker te zijn want het museum sluit om 21u. Al is museum een vreemde term voor de ervaring die je krijgt in Teamlab. Het is eigenlijk bijna een pretpark van digitale kunst. Je kan er een glijbaan af waar je geprojecteerd fruit moet vangen, je tekeningen tot leven zien komen en in een groot net liggen om projecties zien. Er is een hele kamer waarin je de Grote Golf van Kanagawa tot leven ziet komen op een bijna hypnotiserende manier. Je kan onder een geprojecteerde waterval gaan zitten tot er bloemen rond je verschijnen en in een regen van ledlampen gaan wandelen. De ervaring is moeilijk te omschrijven, maar ik stel voor dat je gewoon zelf gaat want dit was echt één van onze topervaringen in Japan.

De volgende dag vertrokken we naar Nikko (meer daarover later) maar op het einde van de reis had ik nog twee nachten en één volle dag in Tokyo gepland. Toen we op woensdagavond aankwamen in Tokyo, mochten we meteen de spitstrein in met onze grote trekrugzak op de rug en onze kleine rugzak op onze buik. Spitstreinen in Tokyo zijn ongelooflijk. Op het moment dat je denkt dat ze vol zijn, kruipt er met gemak nog vijftien man bij. Per deur. Wij lieten één trein passeren omdat we dachten dat de volgende misschien minder druk zou zijn maar dat was ijdele hoop. Nu stonden we wel vooraan in de rij (de rij is heilig in Japan) dus konden we wel makkelijk op de trein stappen, waarna de passagiers die na ons opstapten sardientjesgewijs rond ons bogen. Het was wel de eerste keer dat ik Japanners nijdig naar ons heb zien kijken. Gelukkig konden we er snel af en richting onze ryokan. 

Asakusa

Deze keer logeerde we in Asakusa in één van de leukste ryokans van de reis (een ryokan is kleinschaliger dan een hotel, meer een bed & breakfast al is er niet altijd breakfast): Tokyo Ryokan. Onze host leidde ons rond in de buurt en raadde alle leuke plekjes aan om te eten. Toen we weer vertrokken stond hij zelfs om 6u ‘s morgens klaar om een taxi voor ons te gaan zoeken. 

Maar voor het zover was, hadden we nog één laatste dag in Tokyo. Na een ontbijt in het schattige February Cafe (koffie is heerlijk in Japan) gingen we naar de Tokyo Skytree, een televisietoren van 634 meter hoog. Daar kan je natuurlijk op voor een episch zicht over Tokyo. Ware het niet dat ik nogal gevoelig ben aan hoogtevrees. Het liefje ging er wel op en Japanners zijn gelukkig zo slim om van de drie benedenverdiepingen één grote mall te maken. Ik heb het geld dat ik gespaard heb op een toegangsticket dus ook mooi uitgegeven. Jasper was wel lyrisch over zijn bezoek, niet in het minst omdat de bovenste verdieping helemaal in Hello Kitty thema was. 

We besloten in Asakusa te blijven waar ik op de valreep ontdekte wat een hemel de Muji is en Jasper in een rare speelgoedwinkel een vis kocht die hij al vier keer uit elkaar haalde en weer in elkaar zette. Na een hele reis bewondering voor de goeie schorten die Japanners dragen, kocht ik er zelf eentje. Ik at een super lekkere taiyaki met custard in de vorm van een Hello Kitty en was even helemaal verbaasd hoe druk de Sensoji tempel was (skippen, er zijn mooiere en vooral rustiger tempels in Japan of zelfs in Tokio). Kappabashi kitchen town was vlakbij onze ryokan en konden we dus echt niet overslaan. Alles sluit wel al rond 17u, dus we moesten ons al haasten om wat sfeer op te snuiven. Wat waarschijnlijk de reden is waarom ik een beetje teleurgesteld was. Of misschien was ik al een beetje triest omdat dit onze laatste dag was. 

Afscheid nemen bestaat wel en we deden het op vrijdag 31 mei

Want de volgende dag was het om 10u25 het vliegtuig op en terug naar huis. Normaal vind ik dat helemaal niet erg, maar nu was ik wel echt liever wat langer gebleven. Gelukkig kan er met massa’s foto’s, mijn reisdagboek, bakken souvenirs en een “in Japan doen ze dat zo” op zijn tijd op terugkijken. En met een hoop blogposts voor iedereen die de smaak te pakken heeft en ook naar dat land van de rijzende zon wil. Hou de blog in de gaten!

Alle foto’s zijn gemaakt door mijzelf of Jasper Vanhauwaert (de goeie).

2 thoughts on “Tokyo: stilte en verwondering in een drukke stad

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *