Het is één van de vragen die mij het vaakst gesteld worden. Op ‘ça va?’ en ‘mis je Gent niet?’ na misschien. Ik heb dan ook al veel gelegenheid gehad om over mijn antwoord na te denken, al heb ik die niet nodig. Ik voel mij hier beire thuis. Al van toen ik hier nog niet woonde.



Kortrijk is geen nieuwe stad voor ons. Ik ging er naar de middelbare school en Jasper heeft er aan de Howest gestudeerd. Er hebben altijd al vrienden van ons gewoond en we gingen er ook wel eens uit eten, winkelen of een koffie drinken. Er fulltime wonen is natuurlijk nog iets anders en het bevalt me goed!



De stad heeft niet alleen de perfecte grootte voor mij om op mijn gemak te zijn, maar ook de ideale mensen en sfeer. Iedereen en alles neemt zijn tijd om rustig aan jou te groeien. Ik kan hier aan alles wennen, omdat ik niet iedere week iets nieuws moet ontdekken (want er is niet iedere week iets nieuws). Als ik mijn trein mis, ga ik altijd naar dezelfde koffiebar, waar Julia nu al uit gewoonte vraagt of ik een cappuccino neem. Ik ken meestal de naam van de mensen bij wie ik mijn rosé bestel en als je door de stad wandelt, kom je vaak wel iemand tegen maar nooit te veel mensen.



Die vertrouwdheid en de ruimte om iets op te bouwen, vind ik het beste aan Kortrijk. De stad groeit en beweegt, maar is niet constant in verandering. Er is tijd om alles te ontdekken en leren kennen. Naast mijn ochtendkoffieplek, zijn mijn lievelingsplekjes die ik heb leren kennen in onze eerste maanden in de stad:
- Barcyclette
- Boekenhuis Theoria
- De Dingen
- Pand.a
- Het begijnhof, mét Het huis van de Grootjuffrouw
- Vintagewinkel Mephistos




Nu begin ik meteen te twijfelen of ik niet al veel langer op die plaatsen kom, dan onze verhuis naar Kortrijk. In Boekenhuis Theoria kwam ik wel al, maar nu blijf ik er graag ook nog een koffietje drinken of ga ik er zelfs zonder een boek te kopen. De Dingen bestaat al even, maar kreeg nieuwe uitbaters én een facelift, dus ik zet het er daarom (en voor de fantastische kaart) toch bij. Het leukst vind ik om als ik van thuis werk een halve dag op verplaatsing in de stad te werken. Het is overal rustig genoeg om geconcentreerd aan de slag te gaan en toch ben ik even uit mijn routine en word ik geïnspireerd.



Tijdens de week is het niet druk in de stad. Gelukkig, want daar werd ik helemaal gek van in Gent. Of je nu met je fiets of de bus ging, je stond altijd overal stil en té dichtbij andere mensen. In Kortrijk kan ik overal makkelijk naartoe fietsen – de fietsostrade is mijn ontdekking van het jaar, geen bussen meer voor mij – of zelfs te voet gaan. Maar als ik naar mijn ouders moet, sta ik er ook in tien minuutjes met de auto.



Of zij bij mij natuurlijk. Want ik heb niet altijd zin (en een auto) om mijn gezellig huis te verlaten en nu we in dezelfde provincie wonen, is het voor mijn familie ook veel makkelijker om op bezoek te komen. Mijn nichtjes weten al in welke kast de bekertjes zitten en waar ik de kleurpotloden zet. Dat vind ik één van de mooiste dingen van dichtbij wonen, dat zij zich ook thuis voelen bij ons.
En de beste manier om ons thuis te voelen die helemaal lost staat van de stad? We hebben voor het eerst in de elf jaar dat we samen zijn (huis)dieren. Peloeze is de aanhankelijkste kat die ooit bij mij gewoond heeft en doet niets liever dan op schoot zitten en kijken wat je doet (maar als hij buitenspeelt, speelt hij ook écht buiten). En onze drie kippen zijn ook de liefste. Ze komen al van ver aangelopen als ze ons zien, zijn niet bang én ook niet gemeen. Ik kan ze zelfs gewoon aaien. Dream come true.