Wie op citytrip naar Londen gaat, doet dat misschien niet om daar tot rust te komen. Om geïnspireerd te worden, kunst te zien, lekker te eten of eens goed te winkelen: zeker. Maar kalmte? Die vind je daar dus ook. Ik deel de vijf mooiste parken en tuinen die we er begin september bezochten.
Britten hebben zo’n immense adoratie voor hun tuinen. Alle perkjes zijn er met liefde en aandacht ingericht. Je haalt er als liefhebber echt je hart op, zeker als je een weak spot hebt voor de cottage tuin. Ze weten dit soort design zelfs door te trekken naar stadsparken.
Kew Gardens
Laat ik maar beginnen met de indrukwekkendste van mijn lijstje: the Royal Botanical Gardens Kew. Eén van de grootste en meest uitgebreide botanische tuinen ter wereld (goed voor 120 hectare) die ook een hele geschiedenis met zich mee draagt. De grootouders van Queen Victoria hebben er geleefd en je kunt er hun huis – en tuin, dat spreekt voor zich – nog bezoeken.
Kew heeft kassen met exotische planten, bos, aangelegde tuin, moestuin, rotstuin en oude kitchen gardens. Wij waren er op een zaterdag, maar hadden tickets op voorhand online gekocht. Niet aanschuiven dus en omdat het park zo groot is, viel de drukte ook de rest van de dag mee. We zagen zelfs een verlegen hertje in het struikgewas. Reken wel een volledige dag om deze botanische tuin te bezoeken en kijk tot wanneer je de kassen kan bezoeken, want die sluiten iets vroeger.
Hackney City Farm
Stadsboerderijen: ik denk dat het mijn favoriete, 21e-eeuwse concept moet zijn. Je loopt in een drukke stad, wil even rust, gaat een parkje in en plots sta je in een kleine boerderij! Met een leuke moestuin, dieren en alles waar je maar aan denkt bij Engelse farms (ja, schattige hekjes). Hackney City Farm bezochten we na een nachtmerrie op de veel te drukke Colombia Flower Market.
Je ziet appartementsblokken achter de rozenstruiken, maar voor de rest merk je niets van de stad buiten deze boerderijgrenzen. Met een collectebus aan het hek maak je een bijdrage aan het voedsel voor de kippen, varkens, geiten, ezels en waarschijnlijk nog een paar verstopte dieren. Het moet geniaal zijn om als stadsbewoner een vleugje platteland te kunnen meepikken. Dan weten je kinderen toch dat melk niet gewoon van de supermarkt komt.
Hyde Park
Een classic natuurlijk, maar toch met reden. Het leukste aan Hyde Park is niet het park, maar het water dat er het centrum van vormt. We waren er op een zonnige dag en dronken iets langs de vijver om onze voetjes te doen rusten, terwijl zwanen, Canadese ganzen, meerkoeken en nijlganzen langs peddelden. Het is dan wel een groot park, maar ook hier zijn de perkjes met zoveel zorg aangelegd. Scheur je ogen dus even weg van alle parkbezoekers en kijk er eens naar.
Queen Mary’s Rose Garden
Dit park vind je naast Regent’s Park en is een rozentuin. Ideaal dus om in de zomer of nazomer te bezoeken. Ik vermoed dat het er in de winter een pak minder interessant is, al is er ook een mooie vijver met een romantisch brugje, een treurwilg en eendjes.

Er zouden meer dan 12.000 rozen geplant zijn in de tuin, maar je vindt er ook veel andere bloemen en planten. Het leukste vond ik om de namen van alle bloemen te lezen én natuurlijk om de rozen te ruiken. Je kan echt nooit voorspellen of een boem sterk zal ruiken of niet (tenzij je een rozenkenner bent natuurlijk).
Regent’s Canal Towpath
Een stad heeft zo’n verrassende groene plekjes. Wij wandelden van Coal Drops Yard nabij Kings Cross tot in Camden via het kanaal. Dwars door de stad dus, maar zo rustig. Af en toe steekt een toeristenboot je voor of moet je aan de kant gaan voor een jogger, maar het groen in en rond het water is fantastisch. Gek hoeveel drukte je vermijdt door niet de straten maar het water te volgen naar je volgende bestemming.
een klavertje vier langs het pad!
Plan je ook een trip naar Londen? Check dan ook mijn favoriete boekenwinkels in de stad!
One thought on “5 groene plekjes in LONDEN”