7 lessen voor de beginnende moestuinier

2020 was een mooi moestuinjaar. Ik denk dat het voor veel mensen zelfs hun eerste moestuinjaar was. Bij ons was het alleszins het eerste waarin we zo vaak met twee gewerkt hebben in de tuin. De tijd die we plots in overvloed hadden, kwam er dan nog op het belangrijkste moment: de lente. We konden wieden, compost verspreiden, zaaien, planten en nog een beetje wieden.

Ieder jaar leert mijn tuin (en eerlijk, alle tv-programma’s over tuinieren) mij vanalles bij. Zoals: een goede voorbereiding is belangrijk, maar uiteindelijk moet je elke week in het veld staan om je planten op te volgen. Consistente aandacht wint iedere marathon.

Wortels en bietjes in de oogstmand

7 andere zaken die ik de voorbije seizoenen over moestuinieren leerde zijn:

1. Compost is geen overbodige luxe

Het moestuinjaar 2019 was hier geen hoogvlieger. Het was het eerste jaar in onze nieuwe tuin en de eerste keer dat ik zoveel groenten had om voor te zorgen. Op het einde van het jaar ging ik na waar het mis liep: arme grond en geen goed waterbeheer. Om dat eerste te verhelpen, bestelde ik begin 2020 twee kubieke meter compost.

Een beetje overdreven met het compost? Misschien

De zakken compost werden geleverd in de eerste week van de lockdown en zorgden meteen voor een interessant taakje om ons mee bezig te houden: emmers compost door ons rijhuis dragen naar de tuin. Naast een paar dagen spierpijn, had het ook effect op de planten in de tuin. Dit jaar groeiden ze effectief!

In 2021 kan ik onze eigen compost beginnen gebruiken, zeker nu de grond zo goed gevoed werd vorig jaar. Ieder veld kreeg een paar centimeter, afhankelijk van de groenten die er zouden komen.

2. Tijd en aandacht zijn de belangrijkste groeistoffen

Behalve compost zijn ook tijd en aandacht onmisbaar als je een mooie oogst wil. Die hadden we dit jaar gelukkig in overvloed. Ik voelde wel dat als de coronamaatregelen versoepelden en we weer uit ons huis konden, we minder aandacht hadden voor de tuin en die ook wat uit zijn voegen begon te barsten. 

Een aandachtspunt voor mij blijft om ook over de zomer bezig te blijven met mijn moestuin. Ik vind het plannen, uitplanten en de eerste kleine veranderingen het leukst. Eens we in het stadium van leiden, snoeien en oogsten komen, verlies ik soms mijn interesse. Volgend jaar ga ik dat counteren door de essentiële taken voor iedere maand al in mijn moestuinplanning op te nemen. 

Zo zag de moestuin er deze zomer uit. Dat zijn allemaal eenjarigen, dus in maart zag je hier enkel aarde en compost.

3. Niet elke plant heeft even veel water nodig

Dit was echt een gamechanger voor mij. Vorig jaar gaf ik op droge dagen alle planten evenveel (niet te veel) water. Tot ik dit artikel las. Iemand vertelde mij bovendien dat als je tomaten plant, je ze meteen heel veel water moet geven en daarna zeven dagen niet meer. Normaal ontwikkelen ze dan een gezond wortelstelsel en moet je ze zo goed als nooit extra begieten (tenzij in extreme droogte). 

Extra compost en mulchen tussen je planten, zorgt ervoor dat je grond beter water opslaat en dat er minder verdamping is. Ik verdiep mij komend moestuinjaar sowieso verder in de materie, want ik denk dat we nog niet van de droogtes af zijn.

4. Let op waar je bloemen zaait

Zo’n moestuin vol bloemen, prachtig toch? Goudsbloemen tussen de aardappelen, oost-indische kers bij de tomaten en misschien een wildebloemenmengeling bij de rucola? Ik denk dat ik nog nooit zo’n mooie tuin gehad heb als deze zomer, maar het liep wel een beetje uit de hand. Op sommige veldjes namen de bloemen de overhand en ik weet nu al dat ik ze volgend jaar allemaal terug zie. Zo mooi hebben ze zich uitgezaaid.

Op zich is dat geen probleem. Ik heb echt prachtige tuinboeketten gemaakt in 2020 en de bijen hebben ervan gesmuld. Maar ik ga iets proactiever optreden volgend jaar, want naast de bijen moet ik natuurlijk ook kunnen eten uit mijn tuin. En dat is moeilijk als het kaasjeskruid mijn radijzen verdringt.

5. Kippenmest is goud

Compost aanleveren is goed voor één keer, maar het is nog beter als je tuin zelf kan voorzien in zijn eigen voedingsstoffen. Daar hebben wij gelukkig onze drie muskippiers voor. In de winter liepen Athos, Porthos en Aramis over de moestuin. De rest van het jaar konden we het stro uit hun kippenren kwijt op de composthoop. Stro vol kippenkak, en iedere moestuinier kent het koosnaampje van die kippenkak. Gardener’s gold, jawel.

6. De gelukkigste pompoen groeit op je composthoop

Wij hebben twee composthopen in de tuin. De eerste is de actieve hoop, waar we het hele jaar door gras, kleine takjes, ongekookte keukenrestjes en kippenmest op kwijt kunnen. De tweede hoop is de compost van het voorbije jaar die staat te composteren. Om maximaal te genieten van onze oppervlakte, heb ik dit jaar een pompoenplant op die tweede hoop gezet.

Als ik een plant moet verkiezen tot gelukkigste groente in mijn tuin, dan is het de pompoenplant bovenop composthoop nummer 2. Hij stond elke dag geluidloos te schateren van geluk, met zijn voeten in de rijke voeding en zijn gezichtje in de zon. Zijn lange armen spreidde hij uit tot bij de buren, die konden meegenieten van de vruchten van zijn arbeid. Enige nadeel, is dat het in de composthoop sneller droog is dan in de volle grond. Een pompoen geeft gelukkig duidelijk aan wanneer hij dorst heeft.

7. Weet je het niet, vraag het op Instagram

Er is al veel gezegd en geschreven over moestuinieren, maar heb je echt een prangende praktische vraag: stel ze dan op Instagram. Er is zoveel kennis en ervaring verzameld op dat platform en ik heb er al heel veel tips opgepikt. Mijn favo moestuinaccounts zijn zeker die van Mme Zsa Zsa en Huw Richards.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *